Ch. Caterwaul’s Touchstone
Als ik aan Touchstone denk, denk ik altijd aan snelheid. Hij had een rappe geest, van al mijn katten is hij de intelligentste geweest, hij was altijd op onderzoek. Zo verdween hij vaak als Alice in Wonderland in een konijnenhol. Hij was altijd in beweging: hier nog naar toe, dat nog bekijken, kennismaken met een nieuweling. Toots stond nooit stil toen hij jong was.
We hadden een jaar of tien een katveilige buitenren maar toen Toots geboren werd, was dat niet meer voldoende. Als Houdini zocht hij een uitweg dus kwam er een tweede buitenren, dit keer geheel overdekt. Toen hij er de eerste keer in ging, onderzocht hij elk hoekje, ondersteboven hangend als een vlieg aan het plafond.
Van zijn vader Gr. Int. Pr. Cattractive King Lear erfde hij de liefde voor kittens en net als zijn vader nam hij ook deel aan de dagelijkse verzorging, poetsen, stoeien, onderwijzen. Omdat hij sproeide, moest hij in huis een katerbroekje dragen. In 2006 werd hij gecastreerd en het duurde wel een jaar voor hij stopte met sproeien want hij was nogal een macho. Net als zijn vader gaf hij ook regelmatig bloed aan de bloedbank voor dieren en hielp zo het leven van andere katten te redden.
Touchstone was het bindmiddel in onze kattengroep. Hij was sociaal, bekommerde zich om anderen als ze ziek waren of troost nodig hadden. In zijn laatste levensjaren mocht hij ook vrij naar buiten en ging dan bij de katers buurten, legde een muis bij Stanley neer en liet James weten dat de buitenwereld niet eng was. Soms kruiste zijn pad dan ook dat van onze zwerver Moshe, maar ruzie maakten ze nooit.
In de winter van 2014-2015 werd hij twee keer erg ziek en het was lief om te zien hoe de andere katten zich op hun beurt om hem bekommerden. Toen was hij nog sterk genoeg en herstelde steeds weer. Maar die zomer verloren we onze 15,5-jarige Caterwaul’s Cobweb. Ze was zijn hartsvriendin en hij miste haar erg. Het ging hem aan zijn hart.
Toen hij in januari 2016 opnieuw ziek werd had hij geen vechtlust meer over. Hij kwijnde weg, stopte met eten en keek me aan alsof hij wilde zeggen: “Ik probeer het nog wel maar het gaat echt niet meer.” Hij was koud, zocht en kreeg gezelschap van Jetsetter en Babyface, die aan weerszijden van hem gingen liggen. Soms lag hij zelfs bovenop hen om het wat warmer te krijgen. Hij vermagerde zienderogen, je zou hem niet herkend hebben als de gespierde atleet die hij tot voor kort nog was.
Op 15 februari 2016 hebben we vaarwel moeten zeggen tegen Ch. Caterwaul’s Touchstone. Hij heeft ons liefde en lol geschonken en we denken met plezier aan deze kerel terug. We hebben veertien jaar van hem genoten, waarvan hij tien jaar castraat was. Zijn grafje is op een speciale plek: als ik de achterdeur opendoe, zie ik het meteen, net zoals zijn gezicht altijd het eerste was dat ik ’s ochtends zag als hij me wakker maakte.